Verwerkingsstappen algemeen
1. Ondergrond voorbereiden; materiaal omroeren
Ondergronden reinigen.
Voor het toepassen van AEROSANA VISCONN spuitfolie is een vlakke ondergrond vereist.
Maak vóór het aanbrengen scheuren, voegen en gaten dicht.
Bij emmers voor gebruik goed roeren.
2a. Gebreken in de ondergrond wegwerken
Scheuren, voegen en gaten kunnen vóór het opspuiten van AEROSANA VISCONN met geschikte plamuur of met CONTEGA SOLIDO SL worden dichtgemaakt.
Gebreken die pas tijdens het opspuiten worden ontdekt, kunnen met pro clima AEROSANA FLEECE worden weggewerkt.
2b. Gebreken in de ondergrond wegwerken
Strijk AEROSANA VISCONN op een stuk vlies, plaats het vlies op de beschadigde plek en spuit er vervolgens folie overheen.
3. Spuitfolie aanbrengen (Airless-spuitmethode)
Breng minimaal twee lagen AEROSANA VISCONN aan.
Spuit de folie gelijkmatig en overlappend op het oppervlak.
Breng afhankelijk van de toestand van de ondergrond eventueel nog een laag aan.
Laat AEROSANA VISCONN bij een laag van
meer dan 1 mm dik eerst drogen en voeg daarna pas verdere lagen toe.
Te dikke lagen vloeibare folie kunnen uitlopen.
Instellingen van het Airless-apparaat
Druk: ca. 150-200 bar
Tipmaten: 210, 317, 519
4. Toepassing als primer
Ruwe of stoffige ondergronden kunnen met AEROSANA VISCONN worden voorbereid voor het verlijmen met pro clima tapes.
Breng hiervoor een gesloten laag spuitfolie aan.
Aanwijzing:
Tijdens het drogen verandert de kleur van AEROSANA VISCONN van blauw naar zwart.
5. Aansluiting verlijmen
Breng na het drogen stap voor stap kleefband aan.